ZITTEN

Rust vinden voor jezelf, voor je medemens, voor de wereld


We zijn nette mensen, hier in het Westen. Een doorsnee gezin betaalt jaarlijks meer aan schoonmaakmiddelen dan aan pakweg vakanties. Auteur en theatermaker Peter De Graef ziet daarin een compensatiemechanisme. Onze innerlijke belevingswereld is zo rommelig, dat we liever onze woningen gaan schoonmaken. Maar daarmee is het probleem natuurlijk niet opgelost. Wat wel helpt, is zitten. Gewoon even de ogen sluiten, verstand op nul. Doodeenvoudig, maar aartsmoeilijk tegelijkertijd, want wat je in je binnenste aantreft is rommelig. Waardoor veel mensen na een eerste keer zitten tot het besluit komen: ‘Dat is niets voor mij. Ik word daar zenuwachtig van’. Een foute inschatting. Je wordt niet zenuwachtig, je bént zenuwachtig. In een poging om je niet te verliezen in de haast van het leven en de haast in je hoofd, toont Peter De Graef hoe het anders kan. Bijt jezelf niet vast in je aloude verhaal waarin je jezelf vereenzelvigt met je carrière, je eigendommen, je overtuigingen, je goede smaak… Probeer in plaats daarvan eens om je gedachten – die doorgaans toch tot conflicten leiden – vanop een afstand te bekijken. Jij, je medemens en de wereld in het algemeen zullen er beter van worden.

Wie ben ik? en gij?


Hallo. Wie ben ik? Peter De Graef. En gij? Eenvoudige vraag? Vergeet het. Wie. Ben. Jij? Die vraag peilt naar de kern van een mens. Er zijn talloze oorlogen gestreden om die vraag, doden om gevallen. Want misschien ben je wel de verkeerde persoon in de ogen van een mens die weer iemand anders is. Ik ben oosters, ik ben westers. Ik ben links, ik ben rechts. Ik ben wit, ik ben zwart. Het is een buitengewone voedingsbodem voor conflict. Bovendien kan die vraag ook op hoogst persoonlijk vlak leiden tot crises. Ben ik wel aangenaam? Intelligent? Knap? Rijk genoeg? Geliefd? In dit boek buigt de acteur en scenarist Peter De Graef zich over identiteit. Identitaire politiek viert hoogdagen, maar De Graef durft voorbij het pamflettaire te kijken en zich werkelijk de vraag te stellen: Wie ben ik? Is een identiteit niet even onbestaand als Sinterklaas, de nog heiligere beurs, of een van onze andere goden? Construeren we die niet helemaal zelf? En kunnen we er in dat geval niet wat meer maken? ’s Ochtends koning, ’s avonds armoezaaier. Peter De Graef zou het geluk niet gevonden hebben mocht hij niet in staat zijn geweest om ‘buiten zichzelf te treden’. Zich niet te verpersoonlijken met zijn geschiedenis, zijn lichaam, voorkeuren, naam of zelfs overtuigingen. Met dit boek schrijft hij een bevrijdend boek over identiteit en hoe die zich verhoudt tot ons welzijn.

Waarom zijn we zo bang voor het grote niets?

"MOGEN WE OOK NOG EVEN NAAR ADEM HAPPEN"

- De Standaard (27-03-'20) -


Leer mediteren in tien lessen. Tien boeken die je gelezen moet hebben. Knutseltips om de verveling tegen te gaan. Yogaworkshops. Dagelijkse dancework-outs. Kettingpoëzie. Deel deze virtuele knuffel. Deel een popsong met de letter die ik je geef. Er komt geen eind aan! Annelies Vanbelle



Sinds de coronaquarantaine inging, zijn we in een of andere kramp geschoten die ons koste wat het kost op dreef wil houden. We lijken de vroegere ratrace nu binnenshuis te kopiëren. Als hamsters in een molentje die vrezen met hun pootjes in het ijle te trappelen, als er niet vlug een surrogaat komt voor het drukdrukdruk in pre-pandemietijden. Aan het eind van deze ophokplicht zullen we allemaal geüpgraded zijn tot een homo universalis, geperfectioneerd tot in de puntjes, met ontelbare nieuwe kunstjes.

Ik wil niet halsoverkop tien nieuwe hobby’s. Ik wil niet bovenop de stress die de enge nieuwstijdingen ons bezorgen ook nog eens de stress dat er een heleboel nieuwe dingen moeten. Van fomo buitenshuis naar fomo online. Ik heb een stapel ongelezen boeken, waar ik nog een eeuwigheid mee voort kan. Elke kamer in het huis schreeuwt om een voorjaarsschoonmaak. De tuin ademt lente en elke dag ontspruit er een nieuw scheutje dat om mijn aandacht vraagt.

Nee, ik ga dus geen nieuwe zangcarrière beginnen. Nee, pilates is niks voor mij. Nee, ik schaam me niet als ik tot tien uur in mijn versleten pyjama rondsjok. Ja, ik omarm het grote niets, dat op zich al vol genoeg is, met drie huisgenoten die de hele dag mijn pad kruisen en ook niet weten van welk hout pijlen te maken. Het jonge grut in de eerste plaats, want dat wordt de hele dag ongecontroleerd gespamd met school­opdrachten.


Bezig zijn verdooft de angst


Waarom zijn we zo bang voor het grote niets? Waarom bezorgt een lege agenda ons klamme handen? Oké, ik begrijp de tactiek van de afleiding. Het gevaar dat buiten schuilt is niet min, en inmiddels heeft iedereen wel een kuchje dat het ergste doet vermoeden. Of nog erger: een dierbare die vecht in het ziekenhuis en die we vooral niet achterna willen.

De doem hangt boven ons hoofd en bezig zijn verdooft de angst. Een scherm dat de hele dag entertaint en instructies geeft, voorkomt dat we te veel piekeren en in een blinde paniek schieten. Klappen, zoomen, zingen – die passioneel kwelende Italianen bezorgen me élke keer weer een krop in de keel – creëren de nodige verbinding en vijlen de scherpste kantjes van dit surrealistische isolement.

Maar zit er ook schoonheid in deze bizarre tijd? Onontgonnen rijkdom voor wie anders de verplichtingen aaneenrijgt? Voor wie meestal geleefd wordt? Als we zo hartstochtelijk verlangen naar nietsdoen, waarom vluchten we er dan voor als het ons in de schoot wordt geworpen? Waarom verruilen we de dagelijkse keuzestress voor deze nieuwe virtuele veelheid? Is vakantie pas welkom als ze zorgvuldig gepland is?


Zomaar zitten


Eckhart Tolle, spiritueel leraar en auteur wist het al: de stilte spreekt. Waarmee hij bedoelt: in de stilte kun je jezelf beter horen. Stilte kan confronterend en zelfs oorverdovend zijn, zeker als buiten grote demonen wonen. Maar stilte is ook een medicijn voor de ziel. Wie de innerlijke stilte toelaat, herontdekt zijn ware natuur. Wat je echte noden zijn, wat je echt gelukkig maakt, wat je echt vervult.

Theatermaker Peter De Graef weet er alles van. Al maandenlang doet hij niets anders dan ‘zitten’, op gezette tijden, nu ook te volgen via de gelijknamige Facebookpagina.


Het is zijn versie van mediteren, met de nodige vertelsels en kwinkslagen, die in coronatijden nog een extra cachet heeft gekregen. ‘Aanvankelijk zit je nog helemaal in action modus’, zegt hij. ‘Je eerste reactie is dan ook: compenseren. Dit doen, dat doen, allemaal klusjes die gedaan moeten worden, nu het werk geen afleiding meer biedt. Maar deze gedwongen retraite kun je ook zien als een open uitnodiging om écht op retraite te gaan. Je terug te trekken, te zwijgen, met jezelf alleen te zijn. Niet op de klok te kijken. Kun je geleidelijk in een hele trage modus komen? De stilte induiken? Elke handeling heel bewust doen?’

Dat bewust worden van een heleboel zaken is misschien wel het mooiste cadeau dat dit vermaledijde virus ons schenkt. Niets is nog vanzelfsprekend. Onbezorgd shoppen kan niet meer, dus elk boodschappenlijstje en elke trip naar de supermarkt is afgemeten. We springen niet zomaar in de auto, boeken niet onbezonnen een reis. Handen schudden, knuffelen en kussen zijn uit den boze. Elk contact gebeurt bewust, omdat je het sociale verkeer opnieuw moet uitvinden. Vastgeroeste gewoontes vallen weg. Je moet zelf je agenda vormgeven, zoeken naar je natuurlijke behoeften. Zelf kiezen wat jou tot jou maakt, als je hele professionele en sociale kader naar de achtergrond verdwijnt.


Door de weerstand breken


Met dat hele bewustzijn komt een doldraaiend systeem tot rust. In de wereld om ons heen, maar ook binnen in ons. We zullen gedwongen worden tot nieuwe maatschappijmodellen, en tot een nieuwe omgang met onszelf. We leren te leven in omstandigheden waar niets nog zeker is en vaste ankerpunten wegvallen. We leren angst om te zetten in hoop, omdat het bestaan brozer is dan we dachten. De lessen die we nu leren, zijn misschien wel een spiritueel survivalpakket voor de toekomst.

Ondanks de pijn en de dreiging die ons omringen, ben ik daarom dankbaar. Ik kruip in het oog van de storm en ontdek de schoonheid die daar huist. De lucht is schoner en van het blauwste blauw. Het zonlicht, nu niet versluierd door vliegtuig­sporen, is helder en haast verblindend. Buiten is het bevreemdend stil en ruikt het heerlijk naar voorjaar. De buren komen op gezette tijden buiten en keuvelen – op veilige afstand – met elkaar. Er is een stille, sterke verbondenheid, ook met vrienden en familie die we alleen virtueel ontmoeten.

Leven in lockdown betekent ook een bepaalde teerheid delen, die ons de weg wijst naar de essentie. We leren dat er niet noodzakelijk duizend-en-een initiatieven nodig zijn om de leegte te vullen. ‘Het is zelfs meer,’ oppert De Graef. ‘Je kunt natuurlijk je dag vullen met Netflixbingen, maar de kans is groot dat de leegte nog groter is eenmaal je je scherm dichtklapt. Zitten roept een zekere weerstand op, maar misschien word je na een tijd toch verrast. De stilte zal sowieso mislukken – tollende gedachten houden niet op – maar stilaan ontvouwt zich een interessante spin-off. Naar binnen keren is een gezondmakend proces, waarbij je veel kunt leren over jezelf, en opener in het leven staat.’




Peter De Graef en de Facebook-groep: ‘ZITTEN: alleen en toch samen in coronaretraite

Elke dag, 8 u.- 9 u,  10 u. - 11 u,  19 u. -20 u,   21 u. -22 u.

"WE POETSEN WEL ONZE TANDEN, MAAR NOOIT ONS BINNENSTE"

- De Morgen (08-01-'20) -


Onlangs verscheen een interview met Peter De Graef in De Morgen (door Ria Goris). We pikken er één van de vragen uit die jullie misschien kunnen motiveren om ook dagelijks te zitten.

"De eindejaarsverlichting hangt nog op, de goede voornemens zijn vers. Theatermaker, acteur en auteur Peter De Graef (61) wordt steeds vaker gevraagd om zijn licht te laten schijnen op het leven en hoe ermee om te gaan. Zijn vertellingen op YouTube zijn een merkwaardige hit. Dat het leven hem zelf niet vaak verwend heeft, blijkt plots een schat aan gidsende ervaring op te leveren.

Je spendeert ook veel tijd aan meditatie. Wat haal je daaruit?


“Dat heeft een gigantisch verschil gemaakt in mijn leven. Over meditatie had ik al veel gelezen, maar dat was vooral theoretisch. Rond mijn veertigste, toen ik aan het regisseren was in Amsterdam en daar een pied-à-terre had, ben ik pas beginnen te mediteren. Eerst enkele minuten per dag, daarna steeds langer. In het begin gaat mijn wezen daar soms nog steeds tegen in het verzet, maar als ik doorzet wordt het heerlijk. Door je aandacht te trainen ga je veel preciezer zien hoe jezelf in elkaar zit, en je relaties, en het leven in het algemeen. De manier waarop we de wereld zien verandert onze werkelijkheid. Een misantroop ziet alleen een ellendige wereld en komt dat ook tegen, een optimist het omgekeerde. Eigenlijk leven we allemaal in een verhaal, en denken we dat dat echt is. We gedragen ons ernaar, en dan worden we dat verhaal. Dat inzien geeft een grote vrijheid. Een mens houdt nooit op te verlangen, never, we kunnen niet zonder. Dat is ook iets moois. Ga helemaal voor wat je wilt, honderd procent, en laat het resultaat dan los en kijk wat er gebeurt. Dat is vrijheid.”

DE 5 LEVENSLESSEN

- De Standaard (08-10-'19) -


‘Life sucks, maar dat is helemaal oké’

Doe keihard je best en houd je niet bezig met het resultaat. Het is eens een andere manier om naar de dingen te kijken. En het mooie ervan? Het werkt! Peter De Graef is een ervaringsdeskundige. Ines Minten



1.

Het is niet per ongeluk


‘Als twintiger las ik voor het eerst over reïncarnatie. Het leek me hocus pocus, maar de gedachte dat het kon, tilde me op boven de beslommeringen en het getob waarin ik vastzat. Tot dan dacht ik dat we hier per ongeluk terechtgekomen zijn en geen invloed hebben op onze sociale omstandigheden: als je ouders ontbreken of klootzakken zijn, ben je een vogel voor de kat. Nu, ik had best een verfrommelde jeugd achter de rug: moeder dood, kostscholen, vader een gehandicapte borderliner, enzovoort. Toen las ik die theorie en wow! Het is niet per ongeluk: je hebt het moeilijkst beschikbare traject gekózen om sneller op te schieten in je ontwikkeling als mens. In plaats van met een voet in een lus te worden meegesleept door de boot van mijn leven, stond ik ineens aan het stuur.’



2.

Niks is waar


‘Als kind van vijf kreeg ik een encyclopedie met prenten. Op schoot bij grootvader verzon ik verhalen bij de plaatjes. Een ervan toonde de baron Von Münchhausen, hoog in de lucht met zijn voeten op twee kanonskogels. Ik fantaseerde dat het een man was die met twee gewichten aan zijn voeten elk jaar de wereld rond liep en de stoute kinderen meenam. Wat later onweerde het zo hard dat de golfplaten van de schutting rammelden. Opeens sprong grootvader vloekend recht: “De baron Von Münchhausen! Die komt er niet in!” Hij pakte zijn hooivork en liep de regen in. Er volgde een geweldige strijd, die ik kon horen vanuit de kast waarin ik me verstopt had. Zeiknat kwam hij weer binnen, mijn redder! Later besefte ik dat het flauwekul was, maar toen was het werkelijkheid. Door mijn verzinsels mee te spelen, maakte grootvader ze waar.’

‘De taoïsten en boeddhisten praten je zulke gedachten niet uit het hoofd. Zelfs Socrates zei het al: niets is waar, de dingen zijn alleen waarachtig. Is er een leven na de dood? Is reïncarnatie echt? Niemand die het weet. Maar als ik uitga van de mogelijkheid, ben ik in staat tot groter geluk dan wanneer ik denk dat ik een speelbal ben van het bestaan.’




3.

Onbekommerd alles geven


‘We streven voortdurend naar van alles. Het gaat vanzelf. We zien iets en meteen zijn we het in ons hoofd aan het veranderen en verbeteren. Maar uiteindelijk zitten we in een wereld die akelig veel verschilt van dat ideaal in ons hoofd. Zo ontstaat een basisgevoel van onvrede. Daardoor kom ik tot deze regel: doe keihard je best en houd je niet bezig met het resultaat. Schrijf een zo goed mogelijk stuk, speel zo goed mogelijk. Maar besef dat je totaal geen invloed hebt op hoe het op een publiek overkomt en of er veel volk op afkomt. Leer dus iets hartstochtelijk op te nemen en het daarna los te laten. Als je je ergens aan vastklampt, heb je er alleen maar last van.’





4.

Life sucks


‘Als het moeilijk of vervelend wordt, als je honger hebt of een goestingske, als het jeukt of je staat in de file: dat is normaal. Dat is mens-zijn. Maak je geen zorgen! Het is een bevrijdende gedachte.’

‘In de reclame staan mensen almaar bij zonsondergang te volleyballen met meisjes in bikini. We staan er nooit bij stil wat voor nachtmerrie zoiets is! We worden het moe. We krijgen honger. We willen met zo’n meisje naar bed, maar dat kan niet want we moeten volleyballen! Maar die idealen krijgen we wel binnen. Telkens worden we daarna wakker in onze eigen wereld, waaraan we dan weer proberen te ontsnappen. Doe dat eens niet. Houd halt, draai je voorzichtig om en ga dat suckende leven tegemoet. Zo kan een heel subtiele, onverwoestbare vorm van geluk ontstaan, helemaal anders dan het vluchtige geluk van een wielrenner die na 300 kilometer als eerste over de streep komt. Dus: life sucks, maar dat is oké.’

‘In mijn meditatiekamer hangt één citaat, van de Tibetaanse boeddhist Chögyam Trungpa, die benadrukte hoe belangrijk het is een gewoon mens te zijn. “We zijn allemaal verward, geil, boos en dom.” Van die schaduw moeten we ons bewust zijn. Als we ze wegdrukken, komt ze af en toe toch weer naar boven om ons gedrag te bepalen: op het internet, in het verkeer of in het stemhok.’


5.

Let op wat je denkt, want het wordt je werkelijkheid


‘Ik ben lang verslaafd geweest, en zo’n leven is moeizaam en donker. Je moet je product scoren en intussen toch meedoen met het leven. Na de verslaving leefde ik in dezelfde wereld, met dezelfde mensen en voorwerpen. Maar opeens was er ook licht. De wereld waarin ik leef, is dus de consequentie van wat ik denk. Zet een katholiek en een materialist samen in een tuintje: de ene ziet het werk van God, de andere moleculen en toeval. In hun eigen beleving hebben ze allebei gelijk.’

‘Het is een goed begin als je niet automatisch andere denkbeelden verwerpt. Hoe zit een ander in elkaar, hoe leeft en denkt die? Probeer het even te omarmen. Pas als je dat met toewijding hebt gedaan, kun je kritisch bekijken of het klopt. Kritisch zijn zonder toewijding, zoals zoveel mensen doen, is waardeloos.’


PETER DE GRAEF TE GAST BIJ KOBE ILSEN

- Radio 1 - Weet ik veel (06-08-'20) -


“Ga zitten, sluit je ogen en denk aan niets.” Dit klinkt makkelijker dan het is. Veel mensen vinden mediteren te zweverig en onnodig, maar acteur en regisseur Peter De Graef ontdekte dat meditatie echt kan helen.



Weg met de rommel


“Ik geloof dat het voor iedereen goed is om het te doen. Al die rommel die heel de dag door je hoofd gaat en ’s avonds om bij te komen ga je Netflixen. Zo krijg je er nog meer rommel bij. Dus dan denk ik: laat het eens los”, aldus De Graef.

Er is al wetenschappelijk onderzocht wat mediteren met je lichaam doet. “Er gebeurt heel veel. En die onderzoeken zijn heel goed onderbouwd. Er komen onder andere gelukshormonen vrij, die ook worden aangemaakt als je verliefd bent. Je genereert geluk. Onderzoekers kunnen dat ook meten in je hersenen.”


Egogeluk


“Je hebt egogeluk, waarbij je carrière goed gaat, je wat meer geld verdiend waardoor je ver op reis kunt en daarover kan vertellen aan mensen, maar er is ook een andere vorm van geluk waarbij je je uit heel dat circus laat wegzakken. Waarbij al die dingen niet meer nodig zijn. En dat is zo mooi aan meditatie. En als het niet goed gaat, denk dan aan deze 3 dingen: geduld, vriendelijkheid en volharding."


“Meditatie is een beenharde praktijk”, begint Peter De Graef. “Het is niet voor softies. Hoewel het vooral softies zijn die de moed hebben om het te gaan doen. Het is beenhard omdat je jezelf enorm tegenkomt en daar gaan de meeste mensen voor op de loop.”



Zinken in je bewustzijn


“Voor mij is meditatie je laten zinken. Ik vergelijk het met de oceaan: boven zijn er golven en kan het stormen, maar 20 meter onder de oppervlakte is het stil en rustig. Al kan je bij meditatie wel blijven ademen”, zegt De Graef.

“Je laat je zinken in je eigen bewustzijn. We zitten vastgezogen als mosselen aan ons ego, aan onze persoon. En we denken dat we ons lichaam zijn. Vervolgens onze naam, ons beroep, onze geschiedenis, onze voorkeuren en dan onze overtuiging. En in het sociale veld worden we in die persoon bevestigd, wordt dat versterkt. Als we ons helemaal alleen zetten, krijg je die versterking niet meer. En dat moet je op den duur loslaten want een persoon wordt zot in zijn isolement.”



Confrontatie met jezelf


“Het is een weerbarstige praktijk”, volgens De Graef. “Iedereen gaat er van op de loop. En dat begint al met de ‘dat is niks voor mij’ of ‘dat is te zweverig’. Dat is al de eerste verdedigingslaag van ons ego om daar niet aan te moeten beginnen.”

Het is niet altijd even leuk om geconfronteerd te worden met je eigen gedachten. “Dat is echt gewoon niet tof. Maar je begint toch vrij snel resultaat te zien. Er is iets dat zich verzet maar er is ook iets anders dat zich aangetrokken voelt. Daar verbaas ik me ook altijd over. Dat je precies toch altijd terug wil gaan zitten.”